Dag
2
Om
7.15 uur vertrekken uit ons Hostel. We hebben voor een vroege start gekozen om
het uur tijd verschil met Spanje te overbruggen.
Richting
het centrum van Valenca do Minho zien we van de andere kant al enkele Pelgrims
lopen.
Eerst
een blonde vrouw en daar achter een man en vrouw die wij herkennen van onze
start in San Bento.
Gezamenlijk
gaat het richting de stalen brug die de verbinding is tussen Portugal en
Spanje.
Vanaf de brug fotograferen we eerst Valenca do Minho en daarna Tui,
twee prachtige steden. Over de brug worden we opgewacht door een aantal Spaanse
douanebeambten die echter alleen maar goedkeurend knikken bij het binnen lopen
van Spanje.Wij sluiten aan bij, wat later blijkt, een Duitse man en vrouw en we
lopen met hen richting de kathedraal van Tui.
Na
een forse klim naar boven vinden we de deur helaas nog gesloten.
Op
het bordje bij de ingang staat dat de kathedraal om 9 uur open gaat en het is
pas 8.45 uur, dus is het tijd om even de rugzak af te doen en een kleine
“verplichte”pauze in te lassen.
De
Duitse medepelgrim maakt zijn rugzak open en haalt een zak met ongeveer 3 kilo
pruimen tevoorschijn. Hij vraagt vriendelijk of wij ook niet een handje vol
willen nemen, want dat scheelt nogal in het gewicht.” Ik heb ze gisteren
gekregen van mensen die langs de camino wonen”.
Gezellig
pratend op de stoep bij de kathedraal en heerlijk genietend van zo’n fijn
ontbijt ( dat hadden we nog niet gehad) gaat om 9.00 uur de deur open en
krijgen we de eerste stempel van vandaag.
Het
Duitse stel blijft nog wat na, ook al hebben ze verteld dat zij nogal wat tijd
hadden verloren in Portugal en nu min of meer 30 km. per dag moeten lopen omdat
ze anders het vliegtuig missen in Santiago de Compostela terug naar Duitsland.
10
minuten later vinden wij de eerste bakker die open is en besluiten hier een
croissant en een stokbrood voor tussen de middag te scoren.
Binnen
bij de bakker staat de blonde vrouw die we op de brug naar Tui ook al hebben
gespot. Het blijkt later Anna te zijn, een Duitse uit Berlijn.
“Ik
sta al een minuut of 5 te wachten en heb al een paar keer geroepen maar er komt
niemand opdagen” zegt ze.
Opeens
gaat er toch een raam open boven de winkel en er verschijnt een vriendelijke mevrouw.
Zij komt naar beneden en helpt Anna en ons aan de croissants en het brood.
Zelfs een half stokbrood is geen probleem.
Ook
voorziet ze onze credencial weer van een stempel.
We
lopen verder en verlaten Tui. Je kunt merken dat er hier veel pelgrims starten;
het is gelijk wat drukker als in Portugal.
Dat
komt waarschijnlijk doordat het vanaf Tui 115 km.lopen is naar Santiago de
Compostela en dat is net iets meer dan de minimale afstand van 100 km. die
zonder onderbreking gelopen moet worden om in aanmerking te komen voor de
Compostela (een soort getuigschrift dat je aan de eisen hebt voldaan.)
Ook
zien we al veel pelgrims zonder rugzak lopen. Die rugzakken blijken te worden
vervoerd door een touroperator die veel van dit soort evenementen aanbied.
Dat
is voor ons geen optie. Wij vinden dat het zo het doel voorbij schiet. Er mag
best een beetje worden afgezien en het moet niet op een vierdaagse gaan lijken.
Het
hoeft voor ons ook niet alleen een spiritueel uitje te worden.
Een
combinatie van cultuur, sportief bezig zijn en spiritueel past het best bij ons
om “de camino” een keer te doen en daar hoort het sjouwen van je eigen spullen
ook bij.
Het
is voor mij (Thomas) toch totaal anders dan in 2001. Toen heb ik de camino
Portugues op de fiets gedaan, alleen. Ik geniet nu veel meer. Niet alleen dat
wij samen lopen maar het is veel minder gehaast.
Soms
lopen we uren alleen en filosoferen over van alles en nog wat.
Mijn
gedachten gaan ook steeds terug naar wat onze familie de laatste tijd bezig houdt.
We weten weer dat gezondheid het grootste goed is wat een mens heeft en dat in een
flits de hele wereld op zijn kop kan staan.
We
naderen het hoogste punt van de dag. Er hier is een waterpunt met bankjes plus
een dak met veel schaduw ingericht.
Hier
moeten we zelf een stempel zetten in onze credencial om te laten zien dat je
hier voorbij bent gekomen. Er zijn ook maar twee mogelijkheden om langs dit
punt te komen, namelijk te voet of op de fiets.
Als
we de plaats verlaten zien we op een bankje in de zon Anna voorover gebogen
liggen slapen. Zou het goed zijn met haar denken wij samen hardop, maar we
durven haar ook niet te storen.In de brandende zon gaan pitten is niet alles
weten we.
Dan
komt het meest deprimerende stuk van de hele tocht: een industrieterrein met
een lengte van ongeveer 6 km. met daarin een kaarsrecht stuk van 2.6 km.
Het
is zondag en er is geen enkele auto te zien en niet één boom met wat schaduw en
dat bij een temperatuur van 30+!
Na
7 uur stappen bereiken we O Porrino en vinden, na wat speurwerk, de hostal die
wij telefonisch hebben geregeld.
Als
we gaan eten zien we Anna gelukkig weer lopen en zeggen haar dat we een beetje
ongerust waren om haar zo in de zon te zien liggen.
Ze
wuift het weg en zegt geen probleem te hebben, gelukkig maar.
Dag
twee zit erop!!