Een
schitterende tocht met heel veel afwisseling in hoogte meters.
Maar
ook de wegen en paden zijn zeer verschillend in structuur.
Zand
en rotspaden en stukken asfalt zijn ons deel deze tocht.
De
eerste ontmoeting is met een dame die grote groene planten aan het begieten is.
Na
handen en voeten conversatie zijn wij er achter dat het pompoenen zijn.
Deze
worden hier in de omliggende dorpen massaal gekweekt.
Jaarlijks
is hier een groot festijn om te kijken wie de grootste pompoen heeft en het
geheim weet om hem zover te krijgen. De winnaar geeft zijn geheim niet
prijs.(Of zou de geluksfactor toch een rol spelen?)
We
zetten onze tocht voort en maken nu serieus hoogte.
Na
ongeveer een uur zijn wij aan de zuidkant van het dal op de top en kijken uit
over een aantal dorpen. Deze zijn voor een groot deel verlaten en je vindt er
dan ook nauwelijks mensen meer.
De
tocht wordt voortgezet met een hele lange afdaling richting het volgende dorp.
We
lopen langs een kleine houtzagerij en komen nu op een kruispunt waar we niet
gelijk kunnen vinden welke kant wij op moeten.
Renée
gaat rechtdoor en ik probeer het naar links of we de blauwe pijl of bol kunnen
vinden.
Afgesproken
is dat we ongeveer 200 m. in die richting lopen en als er dan nog geen
aanduiding is we weer terug gaan en het nogmaals in de andere richting
proberen.
Uiteraard
kiezen wij vaak de verkeerde weg maar na goed om je heen kijken lukt het
meestal wel weer om het goede pad te vinden.
Het
volgende dorp is Duas Igrejas, nog mooi en echt authentiek.
Hier
volgt de tweede ontmoeting met een mevrouw die bij een grote wasplaats is waar
de mensen naar toe komen om de was te doen of, zoals we nu zien, een tapijt te
reinigen.
Ze
spreekt goed Frans en legt ons uit dat het reinigen van het tapijt op deze
manier erg goed gaat en er door het spoelen geen zeepresten meer achter
blijven.
Bij
het verlaten van het dorp zien we de geweldige villa’s die hier in de heuvels
zijn gebouwd. Maar ook een groot aantal met een bord te koop in de tuin.
Er
blijken in deze streek veel Nederlanders hun tweede of permanente woning te
hebben. Waarschijnlijk doet de financiële crisis er geen goed aan en moeten
veel mensen nu weer van hun huis af.
Na
het dorp moeten we weer flink omhoog lopen en de zon krijgt nu ook vat op ons.
Het wordt warmer en warmer, de lange broek en trui kunnen uit.
In
de verte zien we de kapel van St. Barbara liggen.
In
twee uur en een kwartier zijn we boven en besluiten we een rust pauze in te lassen
en de lunch te nuttigen.
Theo
vertelde mij gisteren dat er wel heel veel Europees subsidie geld naar hier
vloeit maar het op geen enkele manier rendabel wordt gemaakt.
De
St.Barbarakapel is voor 100.000 euro opgeknapt en er wordt in werkelijkheid maar
eens per jaar door de bevolking een processie naar toe georganiseerd.
Volgens
Theo komt hij er meer met wandeltochten die hij organiseert vanaf de camping
met mensen die willen genieten van het formidabele uitzicht, dan de
plaatselijke bevolking.
Na
de lunch lopen we ongeveer anderhalf uur boven over de kam van de heuvel.
Dan
komt er een viersprong waar we echt geen bol maar ook geen pijl kunnen vinden.
Renée
en ik besluiten recht door te gaan, zoals is af gesproken. Bij geen aanduiding:
weg
vervolgen.
Maar
na een aantal minuten vindt Renée het wel OK en gaat weer terug op zoek naar
een blauwe aanwijzing. Omdat het onkruid ook hier welig tiert vind je soms geen
pijl of bol terug.
Ik
besluit het toch nog een stukje te proberen maar na een minuut of vijf ga ook
ik maar weer terug.
Op
een gegeven moment hoor ik Renée in de verte de longen uit haar lijf schreeuwen,
dat ze de juiste route weer gevonden heeft.
We
hadden toch rechts af moeten gaan in plaats van recht door. Maar dit maakt het
wel leuk en houd je tot het laatst geconcentreerd om geen foute afslag te
nemen.
Nu
nog een vrij steile en stenige afdaling en we zijn weer terug op de camping.
Vier
en een half uur was deze tocht en dan is het wel lekker om de rugzak met twaalf
kilo af te doen en de voeten weer een beetje rust te geven.
Om
vijf uur komt er een Fransman de camping op rijden en parkeert zijn caravan
ongeveer in de tent van onze buurman. Terwijl de camping zo groot is dat je
ongeveer een halve dag nodig hebt om deze rond te lopen.
Ook
het neer zetten van de caravan gaat niet helemaal vanzelf.
De
familie arriveert om 17.00 uur en heeft om 17.01 uur een plaats gevonden.
De
caravan neerzetten is klaar om 18.15 uur na met een steeds maar piepende mover
vooruit en achteruit te hebben gereden. He, hè, eindelijk hebben ze hem staan.
(Alle
begin is tenslotte moeilijk.)
Dan
hoor ik de stem van de Theo, de camping eigenaar.
Hij
is niet echt te spreken over de plaats die de familie gekozen heeft en verzoekt
hen vriendelijk doch dringend een ander stekkie te zoeken en niet de caravan in
andermans tent te parkeren met zoveel ruimte.
Fase
twee breekt aan: de caravan wordt weer aangekoppeld en zonder pardon van de
blokken gesleurd. Zonder de Mover van de wielen te halen wordt geprobeerd het
spul te verplaatsen, wat alleen een hele hoop gepiep en veel stof oplevert.
Na
honderd meter staat alles weer stil en wordt er een goed idee uitgewerkt om het
hele spul op een juiste plaats te krijgen.
Het
wordt: Mover verwijderen van de wielen, buiten de camping gaan draaien, want een
meter achteruit rijden kan de man niet en dan staat uiteindelijk om 19.30 uur
het hele spul op de juiste plaats en keert de rust terug op camping Quinta
Chave Grande!!
Als wij zaterdag starten op weg naar Santiago de Compostela moet het toch sneller als dat deze jongen loopt!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten